De meeste mensen staan vaak een potje te balen als ze ergens verdwaald op een hoek staan, turend om zich heen. Ik niet. In fact, ik vind het heerlijk zelfs. Al helemaal in mijn favoriete stad: New York. Zo stond ik gisteren ineens met mijn neus voor the iron building; ook wel het strijkijzer gebouw. Met andere woorden: ik was even, zonder dat ik het doorhad, 23 straten ‘naar beneden’ gelopen. Ja, beneden. Je gaat hier namelijk up of down, zoals ze dat zeggen. Superhandig, want zo kun je bijna niet verdwalen! Bijna dan.
Avenues en streets in New York
Avenues lopen van noord naar zuid, streets van west naar oost en andersom. Je kunt dus altijd heel gemakkelijk in een oogopslag zien waar je bent. Ideaal voor professionele dwalers zoals ik, die het altijd weten te presteren zelfs de goede straat, nog aan de verkeerde kant uit te lopen. Weet je wel, dat moment dat je blauwe bolletje op je app vastloopt, waardoor je nog wat extra meters maakt, om vervolgens te zien dat je blauwe bol precies de verkeerde kant opschiet. Tja, waarna je dan heel awkward een U-turn maakt, met jezelf, in de hoop dat niemand je ziet. Dat moment.
Tussen de speed-walking New Yorkers
Zoals je wel kunt raden, maak ik dus dagelijks behoorlijk wat kilometers. En inderdaad, soms niet in de goede richting. Maar, ik heb pas ontdekt, dat je iPhone dus automatisch bijhoudt hoeveel stappen je zet op een dag! (Ja lekker dom, ik had dat nu pas door). Maar, wat een feest is dat. Drie keer raden wat ik steeds als eerste doe als ik einde dag mijn appartement binnenkom. Ik zit nu gemiddeld op de 10-15 kilometer per dag. Jaja, ik stiefel gewoon de hele stad door, hoor. Never a dull moment. I’m lovin’ it, parapapapaaaa.
Meer lezen over New York? Klik hier!