Dit was mijn maand New York. En het was fantastisch.

Terwijl het laptopscherm mijn donkere slaapkamer verlicht (want: 01.22 uur. Want: jetlag) schrijf ik deze column vanuit mijn bed. Na vijf weken in de meest geweldige stad ter wereld, hobbel ik ineens weer rond op Hollandse grond. Waar de winkels gewoon weer sluiten op burgerlijke tijden. De gebouwen slechts een paar verdiepingen tellen. En de grote, oplichtende reclame schermen ver te zoeken zijn. Plots lijkt afgelopen maand slechts één grote illusie.

In New York ontving ik veel leuke berichtjes en reacties. Van vrienden en kennissen tot aan reislustige onbekenden. Gepaard met nog veel meer vragen. ‘Wat ga je daar precies doen?’ ‘Hoe ziet je dag eruit?’ ‘Verblijf je bij vrienden?’ Ga je echt alleen?’ Tot aan: ‘Ben je zojuist geëmigreerd?’ Kortom, tijd voor een blog!

I fell in love, his name is New York

Waarom New York? Dat vertel ik je hier. Maar, de korte versie is: sinds ik hier twee jaar geleden een paar maanden heb gewoond, ben ik voorgoed ‘verpest.’ Als een soort klein kind wat je vroeger Appie appelmoes gaf, een keertje die van Hak laat proeven, en hoppa. Voor altijd verknald. (True story, dit).  Want vanaf het moment dat je eenmaal onderdeel bent geweest van deze chaos on steroids, waar de daken ver boven je uittorenen; vreemden na een avond vrienden worden, en ’s nachts, vanaf de top, die wereld van duizend schitterende lichtjes aan je voeten ligt – valt elke ‘wereldstad’ erbij in het niet.

Eat, blog, explore, repeat

Hoe zagen mijn dagen eruit? Soms pakte ik in de vroege uurtjes nog een Yoga- of bootcamp lesje mee. Maar aangezien ik elke dag al zo’n 15-20 kilometer liep, ging ik vaak direct met volle rugzak op pad. Laptop mee, sneakers aan en gaan. De avenues op, de straten af. Ik probeerde steeds nieuwe koffietentjes uit, waar ik tot de middaguren werkte. Daarin probeerde ik Starbucks zoveel mogelijk te mijden. Richting einde middag mengde ik mij graag weer onder de haastende New Yorkers. Ik kan uren rondstruinen door de leukste wijken van Manhattan, over vintage marktjes lopen in Brooklyn, turen naar de kunst aan de muren van een van de musea, chillen in het zonnetje in Central Park. En natuurlijk op zoek naar de leukste, nieuwe plekjes om over te schrijven voor dit blog.

Ik had daarnaast het geluk op leuke events aanwezig te mogen zijn, waar ik in contact kwam met interessante mensen, zoals de organisatie van Present Your Startup. Of leerde over projecten die ertoe doen, zoals Dopper’s Plastic Bridge Project.

Nog altijd een klein fortuin

Hoe blijft het betaalbaar? Wonen in New York kost nog altijd een klein fortuin. De gemiddelde huurprijs voor een kamer ligt tussen de 1.800 en 2.500 dollar per maand. Zeker wanneer je via Airbnb zoekt. Maar geen paniek, ik heb een paar tips voor je! Zoek bijvoorbeeld via Facebookgroepen een kamer in een gedeeld appartement. Wanneer je buiten Manhattan zoekt, in bijvoorbeeld opkomende wijken als Bushwick en Greenpoint in Brooklyn, is het al betaalbaarder. Ook komt huizenruil steeds vaker voor en dan heb je meteen je eigen kamer/appartement onderverhuurd. New Yorkers zijn achterlijk fan van Amsterdam, dus grote kans dat als daar je huisje woont, je prima een gegadigde vindt. Daarnaast wonen er een hoop Nederlanders in De Grote Appel, die graag weer eens terugkeren naar hun Hollandse wortels. (Probeer daarvoor deze Facebookgroep eens). Girls only? Dan is The Webster wellicht een idee. Een kamer kost daar 1.600 dollar per maand, inclusief eetfaciliteiten.

YOLO, let’s go solo

Ging ik echt alleen? Ja. En in je ‘eentje’ je biezen pakken, dat klinkt altijd een beetje sneu. Maar waarom is dat eigenlijk? Gewoon doen. Ik geef toe: het klinkt natuurlijk rete-spannend, een maand met jezelf op pad naar ‘de grote stad’, al helemaal als deze stad New York heet. Wat als je verdwaalt? Geen mensen leert kennen? Moederziel alleen door de stad heen slentert? Valt allemaal reuze mee. Mijn favoriete vraag als ik alleen op reis ben? ‘Wie maakt die foto’s steeds van jou?’ Nou jongens, mijn eigen arm dus. M’n nieuwe beste lokale vriendin. Of een wildvreemde. Zo, heb ik die ook meteen beantwoord.

Niet alles loopt zoals je hoopt

Uiteraard kan het sommige momenten best eenzaam zijn. En anders lopen dan gehoopt. Voorbeeld: de dagen voordat ik mijn appartement in kon, sliep ik in een hostel aan de Upper West Side. Dit is een van de goedkoopste opties, als je ook nog op een leuke locatie wilt verblijven (goede tip!). Mega last-minute boekte ik letterlijk de laatste kamer die ze nog hadden; een twee persoons stapelbed met gedeelde badkamer. Dikke prima, dacht ik. Lekker rustig. Dan hoef ik niet op zo’n slaapzaal met zijn tienen. Bij binnenkomst bleek dat ik de kamer deelde met een dikke, scheel-kijkende Mexicaan die hele bossen wegzaagde ’s nachts (apneu?) en ook nog praatte in z’n slaap. Tja, zo bleek mijn idee van een rustig tweepersoons stapelbedje, toch ineens een goede ver-van-mijn-bedshow. En was ik dus mooi in de aap gelogeerd. Nja, gelukkig was het maar voor twee dagen.

Toch zou ik het iedereen aanraden. Los van wat soul searching – wat, laten we wel wezen, ieder mens kan gebruiken – komt het niet zo vaak voor dat je compleet zelf kunt beslissen wat je wilt doen, zien, eten, ALLES. En dat is heerlijk, en tegelijkertijd akelig confronterend. Ach, je kop in ’t zand steken doe je maar elders. Bijvoorbeeld vanuit je luie strandstoel in Kaapverdië; de grootste zandbak van Afrika. Maar dit is New York. En je weet wat ze zeggen. If you can make it here… jup, you can make it anywhere.

Even serieus.

Stap eens uit je comfortzone. En boek een retourtje naar de stad, die waarschijnlijk – nu – in je hoofd opkomt. Met die skyline vanaf Ellis Island, of vanaf de Brooklyn Bridge. Met die hoge gebouwen die je in Central Park omringen. Met die nooit aflatende verkeersstromen, als aderen in een organisme of de geel/rode strepen op een avondfoto van the City. Je weet wel, die stad waar je altijd al een keer hebt willen wonen. En bedenk je dan: wat let je? Even serieus.

No guts, no glory, mensen.

Continue Reading

(Ver)dwalen in New York City: #Imlovinit

De meeste mensen staan vaak een potje te balen als ze ergens verdwaald op een hoek staan, turend om zich heen. Ik niet. In fact, ik vind het heerlijk zelfs. Al helemaal in mijn favoriete stad: New York. Zo stond ik gisteren ineens met mijn neus voor the iron building; ook wel het strijkijzer gebouw. Met andere woorden: ik was even, zonder dat ik het doorhad, 23 straten ‘naar beneden’ gelopen. Ja, beneden. Je gaat hier namelijk up of down, zoals ze dat zeggen. Superhandig, want zo kun je bijna niet verdwalen! Bijna dan.

Avenues en streets in New York

Avenues lopen van noord naar zuid, streets van west naar oost en andersom. Je kunt dus altijd heel gemakkelijk in een oogopslag zien waar je bent. Ideaal voor professionele dwalers zoals ik, die het altijd weten te presteren zelfs de goede straat, nog aan de verkeerde kant uit te lopen. Weet je wel, dat moment dat je blauwe bolletje op je app vastloopt, waardoor je nog wat extra meters maakt, om vervolgens te zien dat je blauwe bol precies de verkeerde kant opschiet. Tja, waarna je dan heel awkward een U-turn maakt, met jezelf, in de hoop dat niemand je ziet. Dat moment.

Tussen de speed-walking New Yorkers

Zoals je wel kunt raden, maak ik dus dagelijks behoorlijk wat kilometers. En inderdaad, soms niet in de goede richting. Maar, ik heb pas ontdekt, dat je iPhone dus automatisch bijhoudt hoeveel stappen je zet op een dag! (Ja lekker dom, ik had dat nu pas door). Maar, wat een feest is dat. Drie keer raden wat ik steeds als eerste doe als ik einde dag mijn appartement binnenkom. Ik zit nu gemiddeld op de 10-15 kilometer per dag. Jaja, ik stiefel gewoon de hele stad door, hoor. Never a dull moment. I’m lovin’ it, parapapapaaaa. 

 

Meer lezen over New York? Klik hier!

Continue Reading